Met loopneus en een grauwe keel zit ik voor mijn computer, een tas warme melk met honing zou het plaatje compleet maken (maar mijn expliciete eis tot aandacht werd genegeerd). Mijn lege benen hebben trouwens ook geen courage meer om de trap af te stormen om beneden een tas melk de microgolf in te pleuren. Liever dan, zit ik te wachten op de woorden die zouden kunnen beschrijven en zeggen wat ik zeggen wil - echter zonder dat het lukt. Buiten is het al meer winter dan zomer, een uur in een heet bad liggen om je lichaamstemperatuur tot boven de 37 graden te krijgen kan daar weinig aan veranderen. Op een extra koude rilling door de windvlaag bij het opengaan van de deur die badkamer en de gang van elkaar scheidt na.
Ik wou er mijn ogen sluiten en stilstaan bij die rare kronkels hierboven (zelfs op een vakantiejobdag met minuten die uren duurden had ik te weinig tijd om er bij stil te staan. Irritatie, concentratie, contemplatie als de Heilige Drievuldigheid), maar als er één ding is wat ik daaruit leer is dat wanneer je die onder woorden probeert te brengen de ganse semi-perfecte harmonie van gevoel en gedacht onherroepelijk verloren gaat.
Oktober zwaait de grijsheid tegemoet. En de melancholie. De semi-depressie. Herfst-weltschmertz, und das Leiden des Jungen mezelve.
Ik denk aan vorig jaar. Nog twee dagen en het is exact een jaar geleden dat ik hier mijn hele hebben en houden ophief om zes maanden Elders te gaan wonen, begonnen als folie, vormgegoten als een Fase van Grote Veranderingen in mijn Leven. Met hoofdletters. En dat zo'n 2000 km van hier. Als ik denk aan het ongelikte alter ego ik daar was (met 'ongelikt' bedoeld als, met kantjes, hoekjes af, traantjes en vreugdesprongetjes maar toch zo mezelf) dan stemt me dat met droefheid. Droefheid om wat ik toen was en hier niet lijk te kunnen zijn, ligt het aan mijn dorp, mijn stad, mijn land? Ligt het aan mezelf, mijn medemens, mijn vriend? Welke matrix van varianten constitueert mijn toen en mijn nu?
Warme dekens rond die gedachten slaan leidt nergens toe. Mijmeren om wat geweest is en nooit meer komen gaat ook niet. Mijn taal vloeit weg, de eerste gaten verschijnen en de kaart wordt herleid tot wat blinde vlekjes.
Het vloeit,
het bloedt
het stroomt weg.
Net als de zomer uit de boombladeren.
Ik noem het ook wel eens Mijn allereigenste Melancholie. Het is weer eens van dat.
Een heimwee naar een plaats, een voorwerp, een handeling, en de hele processie van echternach die daarbij hoort: drie keer denken vooruit, automatisch steeds één achteruit.
(De deur waar hij en ik, nou ja.. . De tent op het mulle zand. De open hemel met duizenden sterren. De gloed van de kaarsjes onder de sterren op het balkon. De medische sunrise. Het wit van de muur op mijn jas. Een natgeregende voetbal tegen mijn hoofd. Een snuif. Porro. Een openstaand raam. Sinterklaaslumbago. En zirko, cirko. Cirque dans ma tête.
Daar gaan we weer..
2 comments:
Je blog ontdekt dankzij het googelen van 'en als ik straks mijn boontjes dop'. Je berichtje gelezen. Je blog gelezen.
ik wil gewoon nog één keer proberen en baffe met mijn neus op de muur lopen, twee dagen de leegzak in mijn zetel zitten wezen en toegeven aan iets dat ik toch al min of meer wist, voor daarna weer op te staan en de zon rechttoe rechtaan in haar ogen te kijken!
Exactly.
Deze blog verdient één woord. Respect.
waarom niet:)
Post a Comment