Monday, September 24, 2007

Het bordeel van de schaamte - part one

Soms schaam ik me een beetje om mezelf. NEEN VROUW, DOE DAT NIET!

Het lijkt een goedkope bekentenis met moraliserende voetnoot die nonchalant in een vergeethoekje werd geplaatst in één of ander jaren '70 tijdschriftje voor de goede huisvrouw.
Laat ik maar onthullen waarover ik me dan schaam. Ergens middenin mijn persoonlijk lijstje blunders uit de reeks "how low can you go?" zetelt 'doen alsof het net uit is met een slechts half verzonnen vriendje, om niet aan onbekenden toe te geven dat je nog nooit een vriendje voor langer dan twee maand gehad hebt. Op je bijna- tweeënentwintigste.'

Check. (sinds twee uren)

't Is me wat, die misplaatste trots die maakt dat je liever liegt dan toe te geven dat je geen vriendje hebt. En nog erger: er nooit eens eentje serieus gehad hebt. Er eigenlijk best wel veel wilt. Doch steeds de verkeerde krijgt. Steeds de moeilijkste uitzoekt. Steeds op de verkeerde valt. Er nooit eentje naar je zin vindt.

En om het recept voor het kruidje-roer-me-nietpotje van vandaag compleet te maken: voeg hier nog eens aan toe dat je op je tweeëntwintigste al minstens tonnen liefde over je heen gekregen moet hebben om een beetje sociaal aanzien te krijgen. (Zo fout). Meng alle ingrediënten tot een coherent geheel. Laat zachtjes sudderen op een laag liefdespitje en maak dat het boeltje niet overkookt.

Daarom doe ik er aan mee. Aan dat verkeerd denken. En dat komt deels omdat je als resultaat der leugen niets liever wilt zien dan het geknik van anderen.
Geknik dat betekent 'ik zou het dan ook hoegenaamd niet verstaan hebben als jíj nog géén vriendje gehad zou hebben'. (klemtonen naar keuze jongens).

En daarom doen we dat meneer.

Om valselijk te denken dat er honderden mannen zijn, die in line-dance en met hoge hoed en wandelstok in de hand voorbij je gekruiste knieën paraderen en jij maar te kiezen heb uit die niet-aflatende stroom aanbidders. Neemt mijne hand en kust erop.

Om valselijk te denken dat jij toch uiteindelijk het langste touwtje in je handen hebt. (ik kies, ik kies! Hey, ik zei toch dat ík kies (want niemand kiest mij).)

Maar vooral;
Om die innerlijke Japie Krekel niet te horen en te negeren, die je dan wel geen lange neus bezorgt bij iedere leugen, maar die steeds vaker een stukje zelfvertrouwen wegknaagt als je 't nog eens herhaalt. En boos bent op dat hele verkeerdelijke denken dat je wel verkeerdelijk denken noemt maar waarvan je stiekem toch denkt dat het toch wel helemaal niet verkeerd denken is als er al zovelen zogezegd verkeerd gedacht hebben. (bent u nog mee?)

Ik ben niet lelijk. Ik ben niet dom (och, i wish i could be that - domme mensen voor fun in het leven - en om niet na te denken - en om gelukkig te zijn van minuut tot minuut en niet vooruit te denken - gewoon dom zijn - en niets meer hoeven zijn dan dat). Ik ben lief. En romantisch. En goedlachs. En enthousiast. En joviaal, sociaal. Ik ben ijverig. Ik twijfel maar he, iedereen twijfelt.

Maar steeds iets te kort. Steeds heb ik iets te kort. Of heb ik iets te veel?
Patrick Süskind beschreef dat zijn Grenouille geen lijfgeur had en mensen hem daarom nooit opmerkten. Iets zo ontastbaar maar toch zo aanwezig als een geur - zo denk ik gaarne metaforisch over mijzelve. Dat ik een air heb, een vleugje eigen parfum, die mannen fascineert maar ook nooit meer dan dat. Mijn air die maakt dat iedereen mij graag ziet maar nooit liefheeft.

(Ik ben zo bang dat niemand mij ooit lief gaat hebben.)

Saturday, September 22, 2007

asymmetrie

de verhoudingen liggen buiten proportie.
de wereld en ik op kop trekken scheef.

Thursday, September 20, 2007

Coup de foudre

Met loopneus en een grauwe keel zit ik voor mijn computer, een tas warme melk met honing zou het plaatje compleet maken (maar mijn expliciete eis tot aandacht werd genegeerd). Mijn lege benen hebben trouwens ook geen courage meer om de trap af te stormen om beneden een tas melk de microgolf in te pleuren. Liever dan, zit ik te wachten op de woorden die zouden kunnen beschrijven en zeggen wat ik zeggen wil - echter zonder dat het lukt. Buiten is het al meer winter dan zomer, een uur in een heet bad liggen om je lichaamstemperatuur tot boven de 37 graden te krijgen kan daar weinig aan veranderen. Op een extra koude rilling door de windvlaag bij het opengaan van de deur die badkamer en de gang van elkaar scheidt na.
Ik wou er mijn ogen sluiten en stilstaan bij die rare kronkels hierboven (zelfs op een vakantiejobdag met minuten die uren duurden had ik te weinig tijd om er bij stil te staan. Irritatie, concentratie, contemplatie als de Heilige Drievuldigheid), maar als er één ding is wat ik daaruit leer is dat wanneer je die onder woorden probeert te brengen de ganse semi-perfecte harmonie van gevoel en gedacht onherroepelijk verloren gaat.
Oktober zwaait de grijsheid tegemoet. En de melancholie. De semi-depressie. Herfst-weltschmertz, und das Leiden des Jungen mezelve.
Ik denk aan vorig jaar. Nog twee dagen en het is exact een jaar geleden dat ik hier mijn hele hebben en houden ophief om zes maanden Elders te gaan wonen, begonnen als folie, vormgegoten als een Fase van Grote Veranderingen in mijn Leven. Met hoofdletters. En dat zo'n 2000 km van hier. Als ik denk aan het ongelikte alter ego ik daar was (met 'ongelikt' bedoeld als, met kantjes, hoekjes af, traantjes en vreugdesprongetjes maar toch zo mezelf) dan stemt me dat met droefheid. Droefheid om wat ik toen was en hier niet lijk te kunnen zijn, ligt het aan mijn dorp, mijn stad, mijn land? Ligt het aan mezelf, mijn medemens, mijn vriend? Welke matrix van varianten constitueert mijn toen en mijn nu?
Warme dekens rond die gedachten slaan leidt nergens toe. Mijmeren om wat geweest is en nooit meer komen gaat ook niet. Mijn taal vloeit weg, de eerste gaten verschijnen en de kaart wordt herleid tot wat blinde vlekjes.
Het vloeit,
het bloedt
het stroomt weg.
Net als de zomer uit de boombladeren.
Ik noem het ook wel eens Mijn allereigenste Melancholie. Het is weer eens van dat.
Een heimwee naar een plaats, een voorwerp, een handeling, en de hele processie van echternach die daarbij hoort: drie keer denken vooruit, automatisch steeds één achteruit.
(De deur waar hij en ik, nou ja.. . De tent op het mulle zand. De open hemel met duizenden sterren. De gloed van de kaarsjes onder de sterren op het balkon. De medische sunrise. Het wit van de muur op mijn jas. Een natgeregende voetbal tegen mijn hoofd. Een snuif. Porro. Een openstaand raam. Sinterklaaslumbago. En zirko, cirko. Cirque dans ma tête.
Daar gaan we weer..

Sunday, September 16, 2007

pastel

Zij knipoogt naar de gekleurde spots boven haar,
warrige krullen komen dichter, gaan verder, komen terug.
draaien zich rond zijn nek. Kriebelen.
Ze steelt kussen,
ze lacht, doet anderen lachen,
grijnst, flirt, vlucht.
Ze danst als een reus in de lucht.
Ze deed zichzelf pijn vandaag.

Thuis shminkt ze het zwart van haar ogen,
maakt ze zich klaar voor het koele lichtblauwe van haar dromen.
hult zich in haar sterrennachtjurk
wacht op de woorden die niet komen,
op de dromen die ze zal vergeten.

De zomertenen zijn er af,
de sjaal laat pluisjes na op haar lippen
ze wiegt wat, knieën opgetrokken tot onder haar oksels
dromend over klaverelfen,
rijdend op de borst van een razende storm.
zingend voor de ochtendregen,
wachtend op rozen uit het zuiden.

(De wind zal het wel meenemen)

Tuesday, September 11, 2007

vuurzee

De woorden die zij naar mij spuwt worden met de minuut belachelijker. De ruzie draait om 'ik heb het gezegd, jij hoort me niet, ik herhaal het niet, jij wilt nooit luisteren, je wordt doof', tot: egoïst en enkel horen wat ik horen wil, en doen wat ik doen wil bij dingen die enkel en alleen in mijn kraam passen en zo.
De bitsigheid van haar stem verscherpt zich met iedere sneer.
Je zou nog gaan geloven, dat het haast onmogelijk was dat jij zo'n 21 jaar geleden ooit uit haar vlees en bloed werd geboren.

Pauze-modus,

ik zou er geld voor geven. Even op 'pauze' te drukken bij de film van mijn leven, krachten te hernieuwen en weer verder te gaan. Na te denken. Minder impulsief te zijn. (Maar impulsiviteit is my middle name, heeft het wel zin om tegen je eigen karakteristieken te vechten?)

En ondertussen:

heb ik nog steeds geen knopen doorgehakt,
voel ik me daarbij door niemand gesteund, behalve door 'zij die in hetzelfde schuitje zitten' en in vele ogen enkel verkeerd beslissen.

Bovendien
geschiedt het slechte en minder leuke steeds vaker dan het leuke. (ooit zei iemand mij, drie negatieve dingen wegen even zwaar als één positief: instemmend geknik).
Een laatavondcafégesprek leverde niets anders op dan nostalgie naar een vervlogen verleden en een spijt omtrent het snelle volwassenwordenproces. En een boze telefoon van thuis, waar ik bleef, dat het goddomme al één uur was.

En dan willen ze dat ik volgend jaar thuis blijf wonen,
en sterker in mijn schoenen sta
en dat ik dit doe, en dat,
want 'mijn richting was toch niet zo moeilijk he , dat moet ik eerlijk toegeven.'

Verdorie,
zij die je juist de meeste kracht zouden moeten geven, lijken er enkel tegenwerkende te geven.
Zij die je zouden moeten ondersteunen kunnen alleen maar dooddoeners naar je hoofd slingeren.

En ik ben zo laf hen te geloven, steeds weer
te geloven...

Wat loont het?
Steeds met dezelfde mensen op steeds weer hetzelfde café praten over steeds weer dezelfde dingen: lezen, eten, een beetje schrijven, slapen. En opnieuw. En nog eens. Is dit dan hoe mijn leven er binnenkort gaat uitzien?

Monday, September 10, 2007

flamencofietsen en fotografen

ik wou nooit zo rap vergeten,
als ik nu lijk te doen
ik wou me blijven vasthouden en laten leiden
door die andere wereld.
het is alsof ze niet compatibel zijn,
hiet hier, het dáár.
Het lijkt alsof wat ik toen was,
voorgoed verloren is.
En ook al zag ik het toen niet,
nam ik ales maar gewoon -
zonder te veel nadenken - maar na té veel nadenken
dat het wel een stukje onwerkelijk lijkt
wat ik daar was zou ik hier nooit kunnen zijn
(wat tegelijkertijd zowel een geluk als een ongeluk is)
Zonder dat zou ik noot meer dan Belgische regen
op mijn tong geproefd hebben.
tussen de uitgestrekte dagen van toen
ontsponnen er zich uithoekjes van mezelf
werden er randjes bijgeschaafd,
stukjes afgsneden
voelsprieten bijgeplaatst.
als een bolletje was paste ik me weer aan,
aan de gestandaardiseerde en geijkte
gang van zaken, levenswandel.
Het knaagt soms, het broeit, het broedt, en ik wil nog, dan,
- terwijl niets ooit nog kan zijn zoals toen.

Friday, September 7, 2007

maar fier gelijk nen gieter

In het lage strijklicht van de ondergaande zon kwam hij nog eenmaal de dag groeten alvorens die plaats zou maken voor het donkere van een frisse septembernacht. Op zijn hoofd stond een pet met reclame voor Smetje en zoon. Met twee vingers plukte hij onkruid van tussen de geraniums die in plastieken bloembakken op de schouders van zijn tuinhuisje stonden. Hij leek wel een beetje verdikt. Hij liep wat kromgebogen. En traag. Een teug lucht werd binnengesnoven, waarna hij wat meer wegdook in zijn kraag en de achterdeur weer binnenliep.

Fiere Antoine,
drinkebroer eerste klas maar met een hart van goud.
Weelderige lange haren maakten plaats voor een kale schedel.
Zijn sigaret werd verbannen van tussen lip en vingers (niet uit het hoofd).

In dat licht zag ik enkel zijn pet, zo onnatuurlijk op zijn hoofd geplant. En vierkante centimeters kale schedel.
Het beangstigde me een beetje toen ik besefte dat kankergif die knik in zijn rug kon teweegbrengen,
het uitvallen van zijn lange manen.
De rilling bij het vallen van de avond.

zolang je leeft ben je niet alleen in de wereld.

jij met je klaprozenrode hoofd.
Verberg je verdriet niet, verdriet van je hart,
vertel me je bitterheid zodat ik je kan troosten.