Hij stuurde mij een mail, slechts drie regels die mijn hart weer deden vliegen, en na een volledig jaar slechts sporadisch gehoor van over de wereldhelft heen, dat hij hoopt mij net deze avond tegen het lijf te lopen. Toevallig, onafgesproken, ongedwongen. Ik hetzelfde, ongedwongen, onafgesproken: nochtans had ik mezelf gezegd, dat ik hem enkel wou zien als hij het maar heel hard genoeg vroeg.
Ik had er al aan gedacht, dat hij ondertussen toch alweer een week (of iets langer) in ons landje zou zijn. Ik had er aan gedacht en tegelijk ook het denken verdrongen. Ballonnetjes oplaten doe ik immers veel te gemakkelijk, in dat geval.
Maar, hij had eergisteren dus naar mij gespeurd, iedere kleine krullebol als mij aanzien. Hij liep op zijn ongemak, keek of ik nergens met mijn pintje in mijn hand en mijn favoriete sandalen aan stond te heupwiegen. (zoiets?)
Ik wil hem zien, wil niet, wil wel, tegelijkertijd wil ik het liefst hem vanavond spontaan en opeens tegen het lijf lopen.
Mijn lijf dat rusteloos zou zijn, omdat ik heel de tijd naar hem zou speuren. Zo vijf dreadlocks en een fantastisch innemende lach..
zoals vorig jaar, juni.
Je mond, vind ik het mooiste van je,Ach, B., hij slaagt er nog steeds in heel mijn voor en na's op het spel te zetten
en als je lacht, blinken je tanden geheimzinnig diep,
een enorme aantrekkingskracht.
en tegelijkertijd is er niemand die ik liever zou zien dan hij.
maar losjes heeft iemand teveel gezegd..
weten dat het nooit zou kunnen doet soms pijn, b.
ooit..
en ik ga zwijgen
hopelijk sta je opeens voor mijn deur
hopelijk gaat opeens de bel
hopelijk rinkelt de telefoon
en ik zal niet opnemen, maar mij enkel koesteren met het vaststaand feit dat hij nog steeds aan mij denkt.
1 comment:
wederom heel mooi
Post a Comment