Sommige van mijn zorgen zijn zó decadent, zo verankerd in mijn luxeleventje, dat ik me er haast voor schaam ze uit te spreken of zelfs maar te denken. Maar desalniettemin liggen ze vaak op de loer, op nachtelijke fietstochtjes naar huis bijvoorbeeld, en dan ga je slapen met een piekerkop vol knopen,
die de volgende ochtend weer als veel te banaal gewogen worden, waarna ze licht als pluisjes weer wegvliegen.
Maar ze komen soms terug, verspreiden zich en kiemen in de vruchtbare bodem die de composthoop in mijn hoofd is. Meestal op momenten wanneer je ze het minst verwacht. Als je staat te dansen tussen je makkers onder de maan, met gigadecibels in je oren en een lach op je lippen. Als je na je vierde pintje springend de trap naar het toilet opspurt, en tegen een glimlachende jongen aanbotst die zegt dat hij het u vergeeft.
En dan, als je eigengemaakte liedjes in zelfverzonnen taal zingend je fiets opspringt schieten de pluisjes kruid, zijn ze als een nachtbruid voor mijn gedachten..
En dat is zo eigen-aardig.
No comments:
Post a Comment