Monday, December 31, 2007

2008 wordt een pracht(jaar)

Zo gaan we het oude jaar gaan uitwuiven. Verse onderbroek en een beetje mascara.
Geniet van het nieuwe jaar, allemaal, met veel engelkes op jullie schouders.

Saturday, December 22, 2007

confederalisme

Ze stond voor mijn deur. Dat was al lang geleden. Meestal was ik het die voor haar deur stond.
Ze had een klein cadeautje bij, een plantje, met een tekstje bij. Niet bijster origineel, dat tekstje. Dat 2007 leuk was en hopelijk nog zo'n jaartje erbij.
We gingen zitten op het bed, ik in kleermakerszit, zij met haar belaarsde benen gekruist over de rand. Vroeger, als ze 's nachts bleef slapen, praatten we dicht tegen elkaar aan met gedempte stemmen tot het licht werd. Tot we enkele jaren geleden merkten dat we die gevoelens van vreugde en ongerustheid begonnen kennen die niet te delen zijn.
Een ogenblikje sloeg ik haar triest gade. Spiegelde mij aan haar en besefte dat die innerlijke massa binnen in me gestaag immense proporties aan het innemen is. Dat ik haar grote lijnen nog wel ken, maar zij de mijne niet meer, ondanks het feit dat we beste vriendinnen zijn.
Zachtjes vroeg ze mij of alles wel oké was met me. Dat zij en nog anderen dachten van niet. Dat als er iets was ik het haar kon zeggen. Dat het al een tijdje zo ging. Dat het raar was dat ik niet mee wou gaan dansen vanavond.
Ik zei dat er niets was. Er was ook niets.
Toen vertelde zij me maar over de cirkels die rond haar tollen. Over gele, oranje, blauwe en rode cirkels die ik niet meer ken. Ze vertelde me over namen die ze omschreef als 'die ken je toch niet'. Dat ze wou dat ik erbij was, maar ach, ze er te laat aan gedacht had.
Ik neem het haar niet kwalijk.
Ik neem enkel mezelf kwalijk dat mijn uren 's nachts op die van overdag trekken. Dat ik meer in het huis van ma en pa zit dan elders. Dat de wereld niet langer lijkt op die reusachtige roomtaart maar eerder op een braakbal. Terwijl de anderen enkel doldwaze dingen beleven. Dat de mensen die het dichtst bij mij staan ervaringen opdoen waar ik naar verlang. Maar mijn grens tot voldoening ligt hoger dan de hunne.
Nee er is niets. Niets.
Ja ok, niet erg dat je niet lang bleef. Amuseer je nog.

Logoree

Ik was zo kwaad, zo nutteloos kwaad. Sloeg de deur dicht. Met een knal: bèm! Zo bloedbaanverbredend vreselijk kwaad voor niets. Zo kwaad als je je kan maken wanneer je weet dat het andere niet slecht bedoeld is maar het je hopeloos irriteert, omdat het zo waanzinnig stom is. Zo onnozel. Zo uitermate gigafantastisch belachelijk. En er daarom maar niet in slaagt om over de anderen hun bergskes te klauteren, terwijl je op zonnige dagen helemaal geen moeite zou hebben om er op één been over te springen. Zo'n kwaad dat je hulp-en hopeloos in snikken doet uitbarsten, waarna je jezelf bekijkt in de spiegel, medelijden hebt met je lijdende ik terwijl je denkt dat je je hopeloos aanstelt, maar dat het hemeltergend terecht is. Zo'n kwaad die je woorden hard maakt, uw daden hoekig, uw ogen vurig, uw stem een crescendo laat maken. Zo'n kwaad die je doet beseffen dat jouw web uit hele dikke draden geweven is, als je er zo eentje wegtikt heel je huisje in elkaar stort. Terwijl de anderen vele fijne draadjes hebben, en er eentje breken zo erg niet is. En dan, me wikkelend rond mijn kersenpitje, komt een bulderende en kolkende rivier aan gedachten op gang. Onmogelijk te stoppen woest en wild. En ze ging door tot 3 uur vannacht.

Thursday, December 20, 2007

Spleen

Het wordt een beetje pijnlijk
om
werkmaatjes, klasgenoten en medereizigers terug te zien.

Sunday, December 16, 2007

hoofs geweld

Terwijl het gezonde verstand zo gehecht is aan heldere en eenvoudige ideeën omdat het erdoor gerustgesteld wordt, staat mijn ervaring het denken niet meer toe zulke ideeën op rationele wijze voort te brengen.

(Maar als je het rationeel niet meer kunt, hoe moet het dan verder?)

Saturday, December 8, 2007

Zouden hartjes komen van lipstickkussen?

Zelfs als ik u zou dromen,
zou ik nog niet weten hoe ge er dan uit zoudt zien.
Zelfs al mocht ik u uitvinden,
dan nog zou ik niet weten hoe te beginnen.
2 ogen, nen neus, en dan uw mond - daar begint het al

uw mond!
Doe ik u lachen, of zet ik uw mond op bezorgd,
zodat ge enkel af en toe uw mondhoekspieren aanspant, om
een wrang lachje over mijn lijf te laten glijden.
Teken ik uw mond in de vorm van een "o"
die ge dan uit de kast moet halen
wanneer
ofwel ik voorbij loop
ofwel wanneer ge de wereld net zo haat als ik, sommige momenten.
Geef ik u zwarte korstjes op uw lippen,
van de rode wijn, de rode wijn mijn lief.

en uw ogen!
Wil ik lachrimpels, van die duizenden kleine
en ogen zo groen als olijven,
wijdopen, cynisch nonchalant,
als de benen van een vrouw die brandt van wellust.
Of twee koplampen, die eindelijk eens naar behoren functioneren,
met mistlampen, om in de laag gecondenseerde dampen uit mijne kop
toch nog de weg te vinden.

en uw schouders?
Sterk, zodat ik er op leunen kan, of zwak
zodat ik u kan beschermen, een fleeceke rond ons tweeën kan slaan
om in weg te zakken, weg te drijven,
wanneer striemende regendruppels mijn vensterramen kastijden, en
samensterk, om spoken uit 't verleden weg te jagen?

en uw lijf?
Een maliënkolder, om te verdedigen,
ondoordringbaar maar cynisch genoeg toch zo zacht,
wanneer ge de zwakke plekjes vindt?

en uw handen?
Lang en slank, en uiterst gevoelig?
zacht en warm
koud maar lief?
Los?

en dan nog, en dan nog!
Ook al hoor ik naast mij het geluid van uw liefde,
warm ik mijn tenen aan uw benen,
Dan komt nog het moeilijkste;
dat ik u dan nog graag moet leren zien.

Want in mijn hoofd is er geen plaats voor ja
er is ook geen plaats voor nee
waar er wel plaats voor is,
dat zijn maren
en
misschiens.

Monday, December 3, 2007

Little big flies

Stroboscopisch effect van het zonnestrijklicht door de bomen
vanochtend, toen de trein in volle snelheid voorbij de bossen raasde.

Is het zo hoe de winter zich de zomer herinnert?

.

Saturday, December 1, 2007

nee, u?

Gisterenavond:
Ik adem diep uit onder mijn donzige dekbed, en ruik de weeë lucht van de laatste zuchtjes alcohol. Het stelt mij gerust, doet me beseffen dat ik er toch maar weer lig, in die warm-en-zachte donsdekenzee van mijn bed,
en ik de dobberende fles.

Vanochtend:
Telefoon - heeft u al eens aan een levensverzekering gedacht, mdam?
Wacht even meneer- ik roep mijn papa.