Oneindig lange vlakke wateren strekten zich voor mij uit, plooiden hun horizonten rond mijn lijf en zeurden dat het hier was en ook steeds hier zou zijn, dat waar ik steeds van droomde, dat wat ik steeds wou. Dat het hier was dat ik zijn moest, moest leven en laten leven.
Een krachtige greep was het, de zoetheid ervan beroerde mijn zinnen: een leven daar, en een leven hier, een leven met, een leven zonder – hoe zou dat zijn? Hoe gelukkig zouden we zijn?
We stonden samen in verwondering. Keken uit, waren bang. Hoopten de luttele seconden te beleven met een intensiteit en warmte die we voorheen nooit hadden gekend. Hoopten.
En wat nu, waar gaat het nu heen?
Een richting in, dat wat ik nooit wou. Steeds weer wordt het verzet gestaakt.
En ik kijk uit naar een nieuwe skyline. Die is nog ver af. Zo een van wolkenkrabbers en boerderijen.
No comments:
Post a Comment