Monday, January 7, 2008

Zo was het

Het deed haar niets. Zo zei ze het altijd. Zo had ze het hem ook altijd gezegd, dacht ze. Het was ook nooit haar bedoeling geweest. Ze had hem graag, maar zag hem niet graag. Daar hield het op.

Zo had hij hun toekomst niet gezien. Geloofde haar woorden stiekem niet, keek liever naar haar daden. Ook al schreeuwde zijn hart de juiste woorden naar zijn hoofd. Geloofde liever in het moment. Meende haar gevoelens te voelen. Hij rook nog eens aan haar haren terwijl hij ze streelde in haar slaap.

Hij is een beetje gek, zei ze. Gekke S. Denkt steeds dat er meer is terwijl ze hem gewoon graag rond haar had. En ja, dat ze hem nodig had. En ja, dat ze hem belde wanneer ze alleen was. Maar ze mocht toch denken aan zichzelf. In alle situaties mag je egoïstisch zijn, wou ze mij leren. Als je er zelf maar gelukkig van wordt.

Dat hij meer verwacht. Dat dat toch raar is?

Ze beloofde hem dat ze terug zou komen. Gauw. Ooit. Het zou niet lang duren, alleszins! En hij kon haar bellen.

Hij belde. Gekke S, zei ze. En ze drukte op de C-toets van haar gsm, zodra zijn nummer verscheen.

Hij mailde, werd ongedurig, miste haar zo. Zij was zijn muze, de zon in zijn winter. Hij kocht handschoenen om haar te bezoeken. Om sneeuwballen op haar blozende kaken te gooien. Om de knopen uit haar haar te halen en zachtjes zijn gedachten voor haar te lezen. Zo hadden ze het toch vaak gezegd, toen zij tussen de klavers van zijn geluk lag?

Maanden verstreken. Vanuit het appelsienenland kwamen berichten over huurcontracten en achtergelaten spullen. Zij belde hem. Ze moest wel. Hallo. Hij moest waarschijnlijk een verkeerd telefoonnummer gehad hebben. En die mails, die bekeek ze nooit. Of hij haar dan zo hard miste?

Hij had gewoon de chocolade verkeerd begrepen, zei ze. De cadeautjes en kussen als de hemel beschouwd.

Ze vroeg hem of hij boos was, of hij wel boos moet zijn. Dat dat verkeerd is, dat ze hem gauw weer ziet. Vraagt of hij haar spullen in zijn kasten wilt stapelen. Ze wilt ze niet kwijt.

Zijn weerspannigheid breekt. Zijn donkere wolken laten alweer zachte zonnestraaltjes door. Zou het...?

Hij ging haar spullen halen. Trotseerde het hoongelach van haar vriendinnen. Snoof haar geur. Sliep met haar zomers kleedje in zijn hand. Negeerde het gelach van zijn vrienden.

Zij gaat vrijuit, voor altijd. Maar laat harten verweesd achter. 2500 km verder kijkt hij moedeloos naar de bank waarop ze samen thee dronken. Schikt haar spullen op zijn bed.

En zinkt.

4 comments:

Koen said...

Man. MAN.
Wauw.
Godverdomme.
Wauw.

Soet said...

zo kan je het wel zeggen ja
(behalve dat ik niet hou van het vloeken)

Dries said...

Zeer mooi. En op het aantal kilometers en het initiaal na het perfecte relaas van het verhaal dat de reden vormt waarom ook ik nog steeds zo nu en dan een beetje zink.

Anonymous said...

ik word er koud van