Wednesday, November 26, 2008
Tuesday, November 18, 2008
Dat ge gelukkig zijt
Dat ge blij zijt,
Gelukkig gelukkig,
Dat is alles wat ik vraag
Bij dit afscheid nemen
Het zou niet mogen zijn,
Na zoveel van u gehouden te hebben
Omwille van al die absurde dingen in het leven
Maar ge moogt mij altijd vertellen
Het maakt niet uit waar ge zijt,
Want uiteindelijk zult ge zien
Dat we vrienden blijven
En in plaats van afscheid te nemen
Met verwijten en met tranen
Ik die u zo graag zag
Wil dat ge gelukkig zijt.
(een beetje 'que seas feliz' – Luis Miguel)
Gelukkig gelukkig,
Dat is alles wat ik vraag
Bij dit afscheid nemen
Het zou niet mogen zijn,
Na zoveel van u gehouden te hebben
Omwille van al die absurde dingen in het leven
Maar ge moogt mij altijd vertellen
Het maakt niet uit waar ge zijt,
Want uiteindelijk zult ge zien
Dat we vrienden blijven
En in plaats van afscheid te nemen
Met verwijten en met tranen
Ik die u zo graag zag
Wil dat ge gelukkig zijt.
(een beetje 'que seas feliz' – Luis Miguel)
Thursday, November 13, 2008
Pure zelfbescherming
Het doet zo'n zeer om mezelf er voortdurend van te overtuigen dat het de juiste keuze was, maar toch steeds te twijfelen aan de juistheid ervan.
Het doet pijn om hem de laatste kansen niet te gunnen.
Het doet me pijn hele dagen op hem te wachten en dan toch niet op te nemen of zijn mail niet te beantwoorden, terwijl ik er naar smacht zijn stem te horen.
Het doet pijn om mezelf steeds te moeten overtuigen om toch maar niet zijn nummer te draaien.
Het doet zo'n zeer zijn verzoek om mij nog een laatste keer te zien te weigeren, terwijl ik hem nog een keer zou willen aanraken, als afscheid.
Het doet zo'n zeer hem alleen te zien.
Het doet me pijn dat ik zijn kwaadheid zo goed begrijp.
Het doet zeer om hem duizend maal te moeten overtuigen van mijn zekerheid, en nog meer pijn dat hij beseft dat ik onzeker ben wanneer ik dat zeg.
Het doet me pijn dat hij mij nog steeds graag ziet, en dat hij zegt dat hij, ondanks alles, altijd op mij blijft wachten.
Het doet pijn dat hij nog steeds zo'n lieve dingen zegt, ondanks dat ik zo gemeen tegen hem was.
Het doet pijn te weten dat ik zijn reddingsvestje was, en hij nu aan het verdrinken is.
Het doet me pijn te zeggen dat ik nooit meer bij hem zal zijn en hem nooit meer zal, kan en wil zien, terwijl hij zegt dat wij door onvoorspelbare kronkels van de toekomst elkaar wel weer zullen tegengekomen.
Het doet zo'n zeer dat hij wéét dat ik hem nog wil tegenkomen, ooit, ergens, ook al beweer ik van niet en hoop ik van wel.
Het doet me pijn dat ik moet liegen tegen hem en hem zeggen dat ik hem niet graag meer zie.
Het doet zeer zijn liedjes te beluisteren, de gedichten die hij schreef voor me te lezen.
Het doet zeer om één foto te zien waarop we samen staan.
Het doet zeer om één mail te krijgen uit het land waar onze ton gelukkige momenten goudkleurig staat te blinken.
Het doet pijn dat ik daar niet terug heen kan, voorlopig niet, toch.
Het doet pijn zijn mails één voor één te wissen, uit pure zelfbescherming.
Het doet pijn dat hij een tegengif vraagt en ik zijn vraag zo goed begrijp maar er toch maar niet op inga. Uit puur egoïsme.
Het doet pijn dat ik de waarheid van vrienden voor mijn waarheid moet nemen, omdat ik zo twijfel, omdat ik het bos door de bomen niet zie.
Het doet pijn afhankelijk te zijn van anderen voor beslissingen te nemen.
Het doet pijn dat ik besef dat het zo toch niet verderkan.
Het doet pijn zijn naam te lezen, zijn beeld te wissen, zijn geur de vuilbak in te kieperen.
Het doet zo'n zeer hem nog steeds zo graag te zien.
Het doet pijn om hem de laatste kansen niet te gunnen.
Het doet me pijn hele dagen op hem te wachten en dan toch niet op te nemen of zijn mail niet te beantwoorden, terwijl ik er naar smacht zijn stem te horen.
Het doet pijn om mezelf steeds te moeten overtuigen om toch maar niet zijn nummer te draaien.
Het doet zo'n zeer zijn verzoek om mij nog een laatste keer te zien te weigeren, terwijl ik hem nog een keer zou willen aanraken, als afscheid.
Het doet zo'n zeer hem alleen te zien.
Het doet me pijn dat ik zijn kwaadheid zo goed begrijp.
Het doet zeer om hem duizend maal te moeten overtuigen van mijn zekerheid, en nog meer pijn dat hij beseft dat ik onzeker ben wanneer ik dat zeg.
Het doet me pijn dat hij mij nog steeds graag ziet, en dat hij zegt dat hij, ondanks alles, altijd op mij blijft wachten.
Het doet pijn dat hij nog steeds zo'n lieve dingen zegt, ondanks dat ik zo gemeen tegen hem was.
Het doet pijn te weten dat ik zijn reddingsvestje was, en hij nu aan het verdrinken is.
Het doet me pijn te zeggen dat ik nooit meer bij hem zal zijn en hem nooit meer zal, kan en wil zien, terwijl hij zegt dat wij door onvoorspelbare kronkels van de toekomst elkaar wel weer zullen tegengekomen.
Het doet zo'n zeer dat hij wéét dat ik hem nog wil tegenkomen, ooit, ergens, ook al beweer ik van niet en hoop ik van wel.
Het doet me pijn dat ik moet liegen tegen hem en hem zeggen dat ik hem niet graag meer zie.
Het doet zeer zijn liedjes te beluisteren, de gedichten die hij schreef voor me te lezen.
Het doet zeer om één foto te zien waarop we samen staan.
Het doet zeer om één mail te krijgen uit het land waar onze ton gelukkige momenten goudkleurig staat te blinken.
Het doet pijn dat ik daar niet terug heen kan, voorlopig niet, toch.
Het doet pijn zijn mails één voor één te wissen, uit pure zelfbescherming.
Het doet pijn dat hij een tegengif vraagt en ik zijn vraag zo goed begrijp maar er toch maar niet op inga. Uit puur egoïsme.
Het doet pijn dat ik de waarheid van vrienden voor mijn waarheid moet nemen, omdat ik zo twijfel, omdat ik het bos door de bomen niet zie.
Het doet pijn afhankelijk te zijn van anderen voor beslissingen te nemen.
Het doet pijn dat ik besef dat het zo toch niet verderkan.
Het doet pijn zijn naam te lezen, zijn beeld te wissen, zijn geur de vuilbak in te kieperen.
Het doet zo'n zeer hem nog steeds zo graag te zien.
Tuesday, November 11, 2008
Wednesday, November 5, 2008
Pendule
Alsof ik in een obscuur kamertje ondervraagd wordt door een heer inspecteur die niet goed weet welke informatie hij los wil peuteren, maar goed genoeg weet dat ik en ik alleen degene ben die hem van deze informatie kan voorzien: zo voel ik mij elke avond alvorens ik mijn dekbed onderduik en ogen opengesperd lig te wachten tot de slaap mij met haar zoete of minder zoete dromerijen overvalt. Het is een bijzonder raar gevoel, dat kan ik u wel zeggen, wanneer je daar ligt en je brein constant vragen formuleert waarop je niet kan, niet durft, niet wilt, niet weet wat te antwoorden omdat je het ook gewoon niet kan, niet durft, niet wilt en niet weet.
Twee weken geleden deed ik een kilometerslange belofte, vandaag is de dag dat ik die kilometerslange belofte zou moeten invullen. Maar twee weken lieten noch zijn noch mijn leven onberoerd, en hier staan we dan: zo ver weg en toch weer zo dichtbij dat het denken-aan alleen al mijn huid schroeit. En beloften vergeten is zoveel makkelijker dan beslissen.
Deze keer fladderen ze niet meer weg, gedragen op een zonnestraal of koude wind, als ik op mijn fiets gezeten sneller wil zijn dan ik kan. Deze keer blijven ze steken in mijn borstkas, zodat ik ze enkel door luidop en snikkend te wenen kan neutraliseren.
Ik val in slaap gehuld in zijn geur, en besef dat met de geur ook het gevoel vervliegt. En nee ik wil niet en god ja, het zou zoveel gemakkelijker zijn, en nee dat mag niet, want ja hij offert veel op.
Ik ben beland in een situatie waar ik niet meer uitraak.
Tenzij door te denken dan. Te volgen.
En laat dat nu net…..
Twee weken geleden deed ik een kilometerslange belofte, vandaag is de dag dat ik die kilometerslange belofte zou moeten invullen. Maar twee weken lieten noch zijn noch mijn leven onberoerd, en hier staan we dan: zo ver weg en toch weer zo dichtbij dat het denken-aan alleen al mijn huid schroeit. En beloften vergeten is zoveel makkelijker dan beslissen.
Deze keer fladderen ze niet meer weg, gedragen op een zonnestraal of koude wind, als ik op mijn fiets gezeten sneller wil zijn dan ik kan. Deze keer blijven ze steken in mijn borstkas, zodat ik ze enkel door luidop en snikkend te wenen kan neutraliseren.
Ik val in slaap gehuld in zijn geur, en besef dat met de geur ook het gevoel vervliegt. En nee ik wil niet en god ja, het zou zoveel gemakkelijker zijn, en nee dat mag niet, want ja hij offert veel op.
Ik ben beland in een situatie waar ik niet meer uitraak.
Tenzij door te denken dan. Te volgen.
En laat dat nu net…..
Saturday, November 1, 2008
Meme
(30-07-07)
En ik zat te zoeken op de drie ontbrekende Waddeneilandennamen en jij was soep aan't koken en tussen ons trilde ouderwetse gezelligheid.
Ik mocht in je kasten neuzen
tussen de motteballen
want jij kon je niet meer bukken
(als je je rug recht draaien er zwarte rechthoekjes voor je ogen).
Soep at ik, soep is winter. Het is winter.
jij draaide een beetje, van je pillen zei je, die verdomde suikerziekte
waardoor je niet eens confituur op je boterham mag smeren
niet eens een snoepje mee-eten als je achterkleinkinderen komen.
en Klaas is geboren, twee weken te laat.
tante X, (ge weet wel, van die van de Y's)
die kleinzoon die daar nog in mijn klas gezeten heeft
en wist ik trouwens al dat die niets bakt van zijn studies
is aant vrijen met die van de buren van S.
En wist ik al dat mevrouw pi gestorven is?
ai ai, ze sterven allemaal...
Weet ik al dat ze me haar broches nalaat?
Pepe die weg is laat voor de eerste keer uw handen beven van niet weten wat gedaan
in Sint-Jozef zien ze u graag komen, waar ge tweemaal in de week,
Marjetje eten gaat geven.
Alsof Marjetje n stukje van ons pepe (zijn ziekte had ze al) overnam
Telefonen die rinkelen, uit Duitsland of niet, en die uw uren tussendoor wat opvullen
(want wachten kan lang duren en vooral erg eenzaam zijn), is kort genot.
Maar hij zwijgt zoveel.
Pastoor, de Smallen, gaf een preek en lifte vanuit Parijs naar diep in't zuiden van Frankrijk
en ge waart blij dat hij hem zo goed geamuseerd had
(maar vooral, als ik dat doe dan wordt er verontwaardigd van niet-verantwoord gesnoven
en ik weer een beetje besef hoe graag ge mij wel ziet)
de rolluiken gaan maar deels open, voor 't licht
en ge denkt dat 't leven voor u niet veel meer voorstelt
maar ik zou niet kunnen zonder u
meme, ge zijt een sterke madam.
En ik zat te zoeken op de drie ontbrekende Waddeneilandennamen en jij was soep aan't koken en tussen ons trilde ouderwetse gezelligheid.
Ik mocht in je kasten neuzen
tussen de motteballen
want jij kon je niet meer bukken
(als je je rug recht draaien er zwarte rechthoekjes voor je ogen).
Soep at ik, soep is winter. Het is winter.
jij draaide een beetje, van je pillen zei je, die verdomde suikerziekte
waardoor je niet eens confituur op je boterham mag smeren
niet eens een snoepje mee-eten als je achterkleinkinderen komen.
en Klaas is geboren, twee weken te laat.
tante X, (ge weet wel, van die van de Y's)
die kleinzoon die daar nog in mijn klas gezeten heeft
en wist ik trouwens al dat die niets bakt van zijn studies
is aant vrijen met die van de buren van S.
En wist ik al dat mevrouw pi gestorven is?
ai ai, ze sterven allemaal...
Weet ik al dat ze me haar broches nalaat?
Pepe die weg is laat voor de eerste keer uw handen beven van niet weten wat gedaan
in Sint-Jozef zien ze u graag komen, waar ge tweemaal in de week,
Marjetje eten gaat geven.
Alsof Marjetje n stukje van ons pepe (zijn ziekte had ze al) overnam
Telefonen die rinkelen, uit Duitsland of niet, en die uw uren tussendoor wat opvullen
(want wachten kan lang duren en vooral erg eenzaam zijn), is kort genot.
Maar hij zwijgt zoveel.
Pastoor, de Smallen, gaf een preek en lifte vanuit Parijs naar diep in't zuiden van Frankrijk
en ge waart blij dat hij hem zo goed geamuseerd had
(maar vooral, als ik dat doe dan wordt er verontwaardigd van niet-verantwoord gesnoven
en ik weer een beetje besef hoe graag ge mij wel ziet)
de rolluiken gaan maar deels open, voor 't licht
en ge denkt dat 't leven voor u niet veel meer voorstelt
maar ik zou niet kunnen zonder u
meme, ge zijt een sterke madam.
Subscribe to:
Posts (Atom)