Soms komen er mensen in uw leven, die ergens een onbekend holletje van je zijn opvullen waarvan je niet wist dat het er was, tot je hen tegenkwam en de holte zicht- en voelbaar werd. Die mensen verdwijnen weer, zeer vaak, veel te snel en afscheidloos. De laatste keer dat je ze zag zei je immers ‘tot gauw’. Met ondertoon. BelgiĆ«s wegen kronkelen immers tot in Europa, en het lot, ofwel facebook, zal er ooit wel nog eens voor zorgen dat niet zo onbekende onbekenden terug op je pad gesmeten worden. Incluis aangename ontmoetingen. Die tot gauws zijn nooit definitief, ze staan open voor een invulling waar de tijd geen vat op heeft. En de holtes in jezelf stromen over en staan weer droog, want het kennismaken-met en het onvervulde verlangen jezelf opnieuw uit te vinden doet je opveren en zoeken, tot je volkomen onwillekeurig plaats en invulling geeft aan dat wat er reeds was maar nog niet bestond. Jezelf uitvinden. Dus.
Anders wordt het wanneer de afstand tussen die mensen het toelaat om zonder schuldgevoel je ecologische voetafdruk te vergroten door over oceanen te vliegen. Die tot gauws zaaien twijfel, maar nog meer hoop en positieve verwachtingen in de toekomst. Het zijn de ontmoetingen met mensen, die je opnieuw een onontdekt plekje in jezelf doen kennen, dat door het gemis en het onmogelijke van een eventuele ontmoeting niet kan worden opgevuld. Dus je blijft wachten en verwachten, maar met een positieve instelling want het kan, ooit, en misschien, dat …
En dan beschouw je jezelf, zie je opgevulde en open holletjes, en voel je een energie waaruit je wil leren, jezelf wilt leren kennen. En ook al geloof ik niet dat jezelf ooit helemaal kent, maar uit het denken over ontdek je wie je (niet) bent. Jezelf vinden, dat doe je nooit. Je leert jezelf kennen, dankzij anderen.
Ik mis A. meer dan ooit.