Ze zagen elkaar enkel omdat ze dezelfde taal spraken,
mochten ze elkaar tegenkomen in het land waar hun thuis ooit was
zou er niet meer zijn dan een flauwe glimlach, een groet
op het haastige pad naar huis
Ze zien elkaar omdat ze dezelfde taal spreken
om via moederwoorden de afstand te overbruggen
om de kloven te beperken
Ze zullen elkaar enkel blijven zien omdat ze hier dezelfde taal spraken
omdat de herinneringen aan deze plek
niet te vertalen zijn in eigen land
(als je je angst niet toestaat je vleugels af te knippen,
dan ontdek je wonderwel
hoe rap je elders een leventje kan opbouwen)