Saturday, March 29, 2008

alfavrouwtjes, aardwolven en aardmannetjes

subletterlijk gezien ben ik definitely een stokstaart, toont wikipedia me.

Stokstaartjes hebben elk afzonderlijke taken. Een wachter staat op de achterpoten en steunt op zijn staart. Er zijn verschillende alarmsignalen - een fluitend geluid, dat 'opgepast' betekent, en een blaffend geluid, waarna de waarschuwer en de rest van de groep rennen voor hun leven. Een wachter beschikt over een goed gezichtsvermogen en kan al op grote afstand een ongevaarlijke gier onderscheiden van hun grootste vijand, de arend. Bij gevaar gaan alle stokstaartjes fanatiek graven; dit doen ze om een stofwolk te creëren die het roofdier op de vlucht jaagt. Als de aanvaller aanhoudt, voeren ze schijn- en echte aanvallen uit, waarbij ze spugen en bijten. Als ze aan de verliezende hand zijn en op de rug liggen, tonen ze hun tanden en halen agressief uit met hun klauwen.

Het alfavrouwtje is meestal het enige dat paart. Het vrouwtje stoot het mannetje steeds weg. Het mannetje ziet zich verplicht het vrouwtje letterlijk in de nek te bijten.

# Een stokstaartje is na twee maanden een miniatuurtje van de ouders.
# In groepen kunnen ze dieren aanvallen die groter zijn dan zijzelf.
# Omdat het stokstaartje steeds op zijn hoede is voor naderende gevaren, wordt het ook wel 'de schildwacht van de woestijn' genoemd. Tal van diersoorten profiteren mee van de waarschuwingen van stokstaartjes.

Dat weet u dan ook alweer.

Een transitionele held

Deze brief is uw brief, mijn woorden ook uw woorden. Jij volgt en achtervolgt, terwijl ik het onmiddellijke wil en eis, het vluchtige van een vallende ster. Het zijn de onzekerheden die ons doen zwijgen. Te vroeg. Het zijn de onzekerheden die onze stappen beperken. En ons 360 graden in het rond doen draaien. We blijven draaien.

Ze verzamelen zich in mijn borstkas, de woorden die ik denk maar niet zeg. Tot mijn buik er genoeg van heeft. De revolutie voor mij? Leren houden van een man die nog niet bestaat.

Milimeters durf zijn zevenmijlspassen voor mij. Hoe zijn huid zich zondermeer in mijn botten verbergt. De hartkloppingen die hij veroorzaakt. Wat is datgene dat leeft wanneer ik eenvoudigweg bén?

Het adembenemende gevoel van zijn arm die zich twijfelend een weg rond iemand anders' schouders zoekt, net niet dicht genoeg om te voelen, maar rekenend op de warme trillingen tussen zijn klamme hand en haar naar beneden hangende smalle schouders. Ik twee meter daarachter. En achter mij een afgrond.

Wat is datgene dat sterft als ik ben?
Zonder jou ben ik maar ik.

Tuesday, March 25, 2008

tja

zo, ik ben duizendenzoveel euro's armer
maar volg wel mijn neus.
richting verre onbekende streken
alleen..

Tuesday, March 4, 2008

Verloren bericht

Zo, als op een bootje, zien hoe ge van de kust wegdrijft en vaste grenzen vervloeien tot een vage en onbestaande lijn, en er toch dezelfde naam aan blijven geven en er dezelfde hoop aan blijven verbinden. En wachten tot een horizon zich onder een andere naam kenbaar maakt. Maar wel hetzelfde blijft. Een skyline van trotse huizen.

Maar ik verscherp en ga weg van hier, vooraleer ik gedubbeld word door het leven. Gekwetst en wakker word. Dom, om alles in het leven te betalen.

Ge zijt verdoemd, maar wel gelukkig. Verdoemd, maar wakker.
Ge leeft.
En ge hebt een hoop hoop vanbinnen.

Bij wijze van spreken...

Semantiek zal het niet doen. Dan bedoel ik,
om het te zeggen. om iets te zeggen.
Maar, ik meen dat alles reeds gezegd is,
door niets te zeggen.